Rechten en plichten

Wat zijn de plichten van ouders met bedenkingen?

 

De in artikel 2, eerste lid, bedoelde personen kunnen zich slechts beroepen op vrijstelling, indien zij aan burgemeester en wethouders van de gemeente waar de jongere als ingezetene met een adres in de basisregistratie personen is ingeschreven, hebben kennis gegeven (…).

– artikel 6, lid 1, inleidende zin, Leerplichtwet 

In artikel 6 en 8 van de Leerplichtwet ligt vast aan welke eisen de kennisgeving moet voldoen.

Lees hier de volledige tekst van artikel 6 en 8 van de Leerplichtwet

Artikel 6 – Kennisgeving vrijstelling leerplicht

 

1. De in artikel 2, eerste lid, bedoelde personen kunnen zich slechts beroepen op vrijstelling, indien zij aan burgemeester en wethouders van de gemeente waar de jongere als ingezetene met een adres in de basisregistratie personen is ingeschreven, hebben kennis gegeven van:

a. de gegevens van de jongere betreffende:

i. het persoonsgebonden nummer;

ii. de naam, de geboortedatum, het geslacht, het adres en de woonplaats, de postcode van de woonplaats; en

iii. of eerder een beroep op vrijstelling van de leerplicht is gedaan.

b. op welke grond zij een beroep op vrijstelling menen te mogen maken.

 

2. Deze kennisgeving moet worden ingediend:

a. ten minste een maand voordat de jongere leerplichtig wordt, indien zij betrekking heeft op de aanvang van de leerplicht, en

b. zolang nadien aanspraak op vrijstelling wordt gemaakt, elk jaar opnieuw voor 1 juli.

 

3. Het tweede lid onder b is niet van toepassing, indien uit de in artikel 7 bedoelde verklaring blijkt, dat de jongere nooit geschikt zal zijn een school onderscheidenlijk een instelling te bezoeken.

 

4. Burgemeester en wethouders verstrekken aan Onze Minister de volgende gegevens van de jongere voor wie op grond van het eerste lid een beroep op vrijstelling wordt gedaan:

a. het persoonsgebonden nummer, de postcode van de woonplaats;

b. de begin- en einddatum van de vrijstelling;

c. of eerder beroep is gedaan op de vrijstelling van de leerplicht; en

d. indien de jongere niet eerder onderwijs binnen Nederland heeft gevolgd: de naam, adres en woonplaats, geslacht en geboortedatum.

 

5. Onze Minister neemt de volgende op grond van het vierde lid door burgemeester en wethouders verstrekte gegevens op in het register vrijstellingen en vervangende leerplicht:

a. het persoonsgebonden nummer;

b. de begin- en einddatum van de vrijstelling;

c. of eerder een beroep op vrijstelling van de leerplicht is gedaan;

d. de woongemeente; en

e. het gegeven dat het een vrijstelling van de leerplicht betreft.

Artikel 8 – Bedenkingen tegen richting van school

 

1. Een beroep op vrijstelling op grond van artikel 5 onder b kan slechts worden gedaan, indien de kennisgeving de verklaring bevat, dat tegen de richting van het onderwijs op alle binnen redelijke afstand van de woning – of, bij het ontbreken van een vaste verblijfplaats, op alle binnen Nederland – gelegen scholen onderscheidenlijk instellingen waarop de jongere geplaatst zou kunnen worden, overwegende bedenkingen bestaan.

 

2. Deze verklaring is niet geldig, indien de jongere in het jaar, voorafgaande aan de dagtekening van de kennisgeving, geplaatst is geweest op een school onderscheidenlijk een instelling van de richting waartegen bedenkingen worden geuit.

 

Welke verklaring moeten de ouders afleggen?

 

Omdat het richtingbezwaar zijn oorsprong vindt in het afweerrecht godsdienstvrijheid heeft de wetgever expliciet omschreven hoe de verklaring moet luiden die ouders of verzorgers moeten opnemen in hun brief:

 

Een beroep op vrijstelling op grond van artikel 5 onder b kan slechts worden gedaan, indien de kennisgeving de verklaring bevat, dat tegen de richting van het onderwijs op alle binnen redelijke afstand van de woning – of, bij het ontbreken van een vaste verblijfplaats, op alle binnen Nederland – gelegen scholen onderscheidenlijk instellingen waarop de jongere geplaatst zou kunnen worden, overwegende bedenkingen bestaan.

– artikel 8, lid 1, Leerplichtwet 

Bedenkingen hebben betrekking op het geweten. Wie geen bezwaren heeft, maar andere redenen om een kennisgeving in te dienen, maakt misbruik van de regeling en brengt daarmee het voortbestaan van de regeling voor andere ouders in gevaar.

 

Welke rechten hebben ouders met bedenkingen?

 

Om te voorkomen dat de overheid zich op ongepaste wijze in de godsdienst of levensovertuiging van ouders en kinderen mengt, stelt de wet slechts een beperkt aantal eisen aan ouders. De Leerplichtwet heeft de taak van de leerplichtambtenaar afgebakend en op deze manier de godsdienstvrijheid van de ouders gewaarborgd. Zij hebben er daarom recht op dat de leerplichtambtenaar zich beperkt tot de eisen die de wet aan hem stelt. Op deze manier is de wet niet alleen een bescherming voor ouders, maar ook voor de leerplichtambtenaar zelf, zijn taak is duidelijk omschreven en begrensd.

 

Zijn vrijgestelde ouders verplicht om in onderwijs te voorzien?

 

Alle ouders hebben de plicht om de ontwikkeling van hun kinderen te bevorderen. Dit is vastgelegd in artikel 247, Burgerlijk Wetboek, Boek 1. Ouders die zijn vrijgesteld van de verplichting om hun kind op een school in te schrijven, hebben zich niet lichtvaardig beroepen op artikel 5 onder b van de Leerplichtwet. Zij geven, op eigen initiatief en zonder dat de wet hen daartoe verplicht, onderwijs aan hun kinderen. Zij mogen dit ook doen, de onderwijsvrijheid van artikel 23, Grondwet, is daarvoor de wettelijke grondslag.